Als laatste letter van het Griekse alfabet geldt de omega als een metafoor voor het einde, vooral in het christendom dankzij de Bijbelse uitdrukking “Alfa en Omega”, een omschrijving van God als “‘de Eerste en de Laatste”. Volgens mij staat deze Griekse letter ook symbool voor “alomtegenwoordig” en “extreme metalmuzikant die met slechts drie uur slaap per nacht toekomt” daar de Italiaan Gionata Potenti Omega als pseudoniem gebruikt. Verder is hij ook actief onder het alias Thorns, ondermeer bij dit Liber Null. Potenti is naast een Déhà en Swartadauþuz één van die muzikanten waarvan we jaarlijks meerdere releases onder de kritische loep nemen. In 2022 was de Italiaan al te horen op “Ascending into perdition“, de eerste langspeler van zijn eigen Darvaza, “The wheel and the universe“, tweede full-length van zijn soloproject Nubivagant, “Devil, stone & man” van het Duitse Chaos Invocation, de “Rustworn” EP van Frostmoon Eclipse en de Moloch/Ieschure-split; ongetwijfeld volgen er dit jaar nog releases waarbij de multi-instrumentalist muzikaal betrokken is.
Maar nu over naar Liber Null, een Italiaans/Nederlands samenwerkingsverband waarvan via Osmose Productions het debuut “I – The serpent” verscheen, maar daar dit reeds uit 2016 dateerde en het sindsdien windstil was, had ik de band eigenlijk al opgegeven. Maar kijk, zes jaar later luisteren we naar “For whom is the night” die via nieuwe broodheer Immortal Frost Productions wordt uitgebracht, een label dat ook Frostmoon Eclipse al een tijdje huisvest. Als Omega aan iets meewerkt, kan je meestal wel over een degelijke tot uitstekende release spreken. Liber Null valt wat tussen deze twee in daar “For whom is the night” een vrij generische moderne productie en sound aangemeten kreeg, iets waar wel meer acts op Immortal Frost Productions “last” van hebben, en wat veel van hen in een grijze massa doet wegzinken daar het aan een eigen smoelwerk of herkenbare sound ontbreekt. Maar los van de productie die naar mijn smaak iets rauwer had gemogen, staat de uitstekende instrumentbeheersing buiten kijf. Thorns, Ades en Psaalm zijn dan ook niet aan hun proefstuk toe natuurlijk.
Als we ons over de songwriting skills buigen, moeten we toegeven dat de zes composities pas goed en wel binnendrongen toen we aandachtig met de laptop voor ons opengeklapt aan de review gingen beginnen. De voorgaande luisterbeurten in de wagen gingen eerder het ene oor in en het andere oor weer uit. Maar wie “For whom is the night” wat meer meticuleus dissecteert, ontdekt dat de nummers toch wel goed in mekaar zitten en dat er zeker over dynamiek en variatie is nagedacht. Na de uptempo binnenkomer “Nocturnal craft” waarin we een subtiele toets opzwepende thrash detecteren, volgt bijvoorbeeld het sterk op een esoterische atmosfeer steunende mid-tempo “Hexenblood vessel” met ondermeer heel wat meerstemmige samenzang waar een vleugje Darvaza doorheen waait. Het nummer is met zijn zeven en een halve minuut speelduur wel iets te lang; de repetitieve finale had ingekort mogen worden. “Gandreidh” en de afsluiter “They listen in” laten dan weer een mooie wisselwerking horen tussen agressiviteit en toegankelijke melodieuze passages waarbij Zweeds aandoende riffs het mooie weer maken. Die Zweedse invloeden doen nogmaals hun intrede in “Mercy as a blade” dat eindigt met een wel heel kort akoestisch stukje. “To death’s light” klokt op acht en een halve minuut af en is daarmee het langste nummer van “For whom is the night” en naar mijn gevoel ook de song waarin de grootste spagaat tussen de aangeboorde tempo’s ligt. Flitsend drumspel wisselt immers af met meer ingetogen stukjes wat een dynamisch hoorspel oplevert.
“For whom is the night” is een prima tweede langspeler voor Liber Null, maar één die de nodige aandacht vroeg en waarbij de klik pas na meerdere luisterbeurten kwam. Aanrader voor fans van Chaos Invocation, Dysangelium of Shrine Of Insanabilis.
JOKKE: 80/100
Liber Null – For whom is the night (Immortal Frost Productions 2022)
1. Nocturnal craft
2. Hexenblood vessel
3. Gandreidh
4. Mercy as a blade
5. To death’s light
6. They listen In