Vorige week konden jullie ons oordeel over Trhä’s tweede full-length uit 2022, getiteld “Mã Héshiva õn dahh Khata trhândlha vand ëfd datnen Aghen Ecíës drhãtdlhan savd“, al lezen, en nu buigen we ons over nummer drie die amper twee weken later het digitale melkwegstelsel werd ingestuurd.
“Vat gëlénva!!!” is op sommige momenten toch wel heel andere koek als je het mij vraagt. Zo klinkt de opener heel wat venijniger, agressiever, sneller en straight to the point en dat met een zwaardere sound dan de iele producties die het voorgaande werk typeerden. Pas op, het ijle screamwerk refereert nog duidelijk naar het verleden, hoewel de vocalen nu ook al eens de dieperik durven ingaan. Vergezeld van primitief en zwaar hakkend drumspel zou je “Ljúshtaeshrhendlhë jecan glézma” bij wijlen zo waar als bestiale war of death metal kunnen bestempelen, hoewel Trhä even later als een op hol geslagen Absu klinkt. Ook de toetsenbombast die me meer dan eens aan een band als Obtained Enslavement doet denken en het hysterische karakter van de kakofonische uitbarstingen zijn niet verdwenen; sterker nog dit is next level wacko shit en na de opener blijven we verweesd op de sofa achter. Voor wat Trhä hier in twaalf minuten laat horen, hebben andere bands drie platen nodig.
“Grã sôhhlen bem rhôn trhãthàs” klinkt wat rauwer, dromiger en ijler en sluit daardoor meer bij het oudere werk aan, maar rockt wel als een tiet. De slotmelodie van dit bijna 15 minuten durende opus is dan weer ontroerend mooi te noemen. Het liefelijke orgelintro van “Ödënthändelä vòn la gönmëtwa” dient louter om je op het verkeerde been te zetten want kort daarna wordt een echoënde rauwe blackmetalblitzkrieg over je uitgestort. De gitaarriffs snijden door merg en been en de bel van het ride cymbaal wordt aan gort getikt. Dat Thét Älëf over een zieke geest beschikt, maakt hij duidelijk door plotsklaps newwavevibes op zijn toetsen op te wekken en ons in een dungeonsynthachtige toetsenoverload onder te dompelen.
Het blijft ook in de twee laatste nummers onverwachte wendingen regenen zoals de haast als My Dying Bride klinkende doomy melodieën van “Sëtrharhanlha” die in postrockachtige crescendo’s uitmonden. Afsluiter “Jadështahhdlha nudahhhana dëvét” pingpongt dan weer heen en weer tussen rauwe lo-fi black, majestueuze Emperoriaanse uitbarstingen, black ’n roll en synthpop. Mijn god, er gebeurt zo veel in het onnavolgbare Trhä-universum dat we onmogelijk alle geheimen kunnen/willen verklappen, luister gewoon zelf.
Het vuur dat we hier een uur lang horen laat zich goed optekenen in de rode kleuren van de cover, maar is een lange rit om in één keer uit te zitten. Trhä boet op “Vat gëlénva!!!” deels in qua eigen smoelwerk en laat zich van zijn meest schizofrene kant horen. Absurd bijna dat al deze krankzinnige muziek aan het brein van één muzikant kan ontspruiten. Maar ook wel dikke duim om wat met het eigen verleden te breken en al eens met een andere sound te verrassen. Ik hoop niet dat er dit jaar nog werk van Trhä wordt uitgebracht, want met deze laatste drie langspelers kunnen we nog dik tien jaar verder. Maar toch ook stiekem wel benieuwd welke muzikale hersenkronkels we in de toekomst nog kunnen verwachten van dit muzikale genie.
JOKKE: 85/100
Trhä – Vat gëlénva!!! (Eigen beheer 2022)
1. Ljúshtaeshrhendlhë jecan glézma
2. Grã sôhhlen bem rhôn trhãthàs
3. Ödënthändelä vòn la gönmëtwa
4. Sëtrharhanlha
5. Jadështahhdlha nudahhhana dëvét